De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid wil asielzoekers voor het eerst sinds 2011 weer overdragen aan Griekenland. Volgens een recente uitspraak van de Raad van State mag dit echter (nog) niet, omdat de rechtsbijstand in Griekenland onvoldoende is. Hoe zit dit precies?
Door Hemme Battjes
In 2018 besloot de minister om, voor het eerst sinds 2011, Dublinoverdrachten aan Griekenland te hervatten. Op 23 oktober 2019 liet de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State zich hier voor het eerst over uit in de hoger beroepen van twee Syrische asielzoekers (hier en hier te lezen). Op veel punten voldoen de Griekse asielopvang en procedure voor Dublin-claimanten aan de eisen. Toch mogen overdrachten nog niet plaatsvinden, omdat toegang tot rechtsbijstand in de Griekse asielprocedure niet afdoende gewaarborgd is.
Wat is een Dublinoverdracht?
De Dublinverordening bepaalt welke lidstaat verantwoordelijk is voor een asielverzoek. In de meeste gevallen is dat de lidstaat waar de asielzoeker de EU is binnengekomen – in veel gevallen Griekenland of Italië. Als de asielzoeker uit die eerste lidstaat verder reist naar een andere staat, zoals Nederland, en daar een asielverzoek indient, kan Nederland dat verzoek niet in behandeling nemen en de asielzoeker overdragen aan die lidstaat waar de asielzoeker de EU inreisde.
Waarom onderzoekt de Afdeling of opvang en procedure voldoen?
Normaal gesproken hoeft Nederland niet te onderzoeken of opvang en asielprocedure in de andere lidstaat in orde zijn. Alle lidstaten zijn gebonden aan EU-regels voor opvang en procedures, en lidstaten moeten ervan uitgaan dat andere lidstaten die naleven – het interstatelijk vertrouwensbeginsel (zie bijvoorbeeld ook hetblog ‘Interstatelijkvertrouwensbeginsel in het Dublinsysteem‘). Maar in januari 2011 bepaalde het Europese Hof voor de Rechten van de Mens dat de opvang van asielzoekers in Griekenland zo gebrekkig was, dat alle asielzoekers daar onmenselijke behandeling als bedoeld in artikel 3 EVRM riskeerden (zie hier). Ook de Griekse asielprocedure werd gebrekkig bevonden. Vrijwel alle asielverzoeken werden afgewezen zonder dat enig (deugdelijk) onderzoek plaatsvond of de asielzoeker in zijn of haar land van herkomst vervolging te vrezen had. In december 2011 kwam het Hof van Justitie tot dezelfde conclusie. Sindsdienis er dus geen interstatelijk vertrouwen meer in Griekenland.
Wat is er na 2011 gebeurd in Griekenland?
Na 2011 hebben de Griekse autoriteiten hervormingen doorgevoerd, mede op aanwijzing van de Europese Commissie en met de hulp van andere lidstaten, het EASO, UNHCR en ngo’s. Blijkens een rapport van ECRE (een samenwerkingsverband van ngo’s, waaronder Vluchtelingenwerk) is het Griekse recht aangepast aan toepasselijke Europese regels en is verder onder meer het nodige geïnvesteerd in opvangfaciliteiten en training van gehoormedewerkers. Dit was voor de Commissie in december 2016 reden de aanbeveling te doen overdrachten te hervatten, onder twee voorwaarden. Ten eerste zou het alleen moeten gaan om ‘niet-kwetsbare’ asielzoekers – minderjarigen en ernstig zieke personen zouden nog niet in aanmerking komen. Ten tweede zou elke overdracht in overleg met de Griekse autoriteiten moeten plaatsvinden, om er zeker van te zijn dat opvang is gewaarborgd.
Welke asielzoekers wil de minister nu overdragen?
In overeenstemming met de aanbeveling van de Europese Commissie, wil de minister alleen ‘duidelijk’ niet-kwetsbare asielzoekers overdragen, en alleen als er ‘individuele garanties’ over opvang en procedure zijn verkregen. De minister gaat er dus van uit dat het ‘interstatelijk vertrouwen’ nog niet hersteld is. Als dat vertrouwen er wel is, zijn er immers geen individuele garanties vereist.
Wat zegt de Afdeling over de opvang?
In één van de zaken die bij de Afdeling voor lag, hadden de Griekse autoriteiten verklaard dat het opvangcentrum Eleanos ‘mogelijk alle Dublin-claimanten kon ontvangen’. Dat centrum was door personeel van de Nederlandse ambassade bezocht en in orde bevonden. De Afdeling vindt deze garantie voldoende, omdat de staatsecretaris heeft toegezegd de overdracht op te schorten als er toch geen plek zou zijn – en de asielzoeker zou tegen de feitelijke overdracht ook nog beroep kunnen aantekenen.
Wat zegt de Afdeling over de Griekse procedure?
De Griekse autoriteiten hadden ook de garantie gegeven dat de asielzoekers bij aankomst in Griekenland informatie zouden krijgen waar en wanneer ze een asielverzoek konden indien. Uit onder meer het rapport van ECRE blijkt volgens de Afdeling verder dat asielzoekers toegang hebben tot tolken, dat gehoormedewerkers beter getraind zijn en dat het inwilligingspercentage nu rond de 50% ligt (terwijl dat in 2011 onder de 1% was) – de situatie is dus duidelijk verbeterd ten opzichte van 2011. Echter, de beroepsprocedure vertoont nog steeds een belangrijke tekortkoming, verklaart de Afdeling: 80% van de asielzoekers heeft geen toegang tot rechtsbijstand. Normaal gesproken zou dat misschien geen dreigende schending van artikel 3 EVRM of artikel 4 Handvest betekenen, maarbij Griekenland wel omdat er in het algemeen geen interstatelijk vertrouwen is in dit land.
Wat betekent dit voor de hervatting van Dublin-overdrachten?
Vooralsnog mag de staatsecretaris daarom geen asielzoekers overdragen aan Griekenland. Denkbaar is dat dat anders wordt als de Griekse autoriteiten garanties geven dat Dublin-claimanten uit Nederland wel toegang hebben tot rechtsbijstand in Griekenland. Immers, voor het overige zijn opvang en procedure volgens de Afdeling in orde. Wat kwetsbare asielzoekers betreft ligt dat anders: de uitspraak zegt niets over de vraag of opvang en procedure in Griekenland in hun bijzondere behoeften voorzien.
Wat doen andere lidstaten?
Met name Duitsland, maar ook een lidstaat als België heeft Griekenland weer verzocht Dublin-claimanten over te nemen, blijkens het rapport van ECRE. Bij deze lidstaten gaat het vooralsnog alleen om niet-kwetsbare asielzoekers, en worden steeds individuele garanties vereist. Veel daadwerkelijke overdrachten vinden nog niet plaats – in heel 2018 slechts 18, volgens ECRE.