Zowel de aantallen als de herkomstlanden van de asielzoekers in Nederland fluctueert voortdurend. Dit blog laat zien hoe de asielinstroom de afgelopen jaren is veranderd en waarom dit gevolgen heeft voor de capaciteit die de IND nodig heeft om die asielaanvragen te beoordelen.
Door Marcelle Reneman
Periode 2008-2012: Stabiliteit in de asielinstroom
Tot 2013 ontving Nederland een min of meer stabiel aantal van tussen de 10.000 en 15.000 eerste asielaanvragen per jaar.
Totaal aantal eerste asielaanvragen per jaar | |||||
2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 |
13.400 | 14.910 | 13.330 | 11.590 | 9.810 | 9.840 |
Bron:Ministerie van Veiligheid en Justitie Rapportage Vreemdelingenketen 2012 en 2013.
Ook de landen van herkomst van asielzoekers bleven in deze periode hetzelfde. De top drie bestond steevast uit Afghanistan, Irak en Somalië. Bovendien had Iran een vaste plaats in de top 5. Vaak kwam de helft of meer van de totale asielinstroom uit deze vier landen (zie de Rapportages Vreemdelingenketen uit die periode).
Vanaf 2013: Veranderingen in de asielinstroom
Vanaf 2013 nam het aantal asielaanvragen toe, met een piek in 2015.
Totaal aantal eerste asielaanvragen per jaar | |||||
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 (Jan-Jul) |
21.810 | 43.090 | 18.107 | 14.720 | 20.350 | 12.554 |
Bron: RapportagesVreemdelingenketen 2013 t/m jan-juli 2019
Daarnaast veranderde de samenstelling van de asielinstroom. Er deden zich drie trends voor. In de eerste plaats nam het aantal asielzoekers uit Syrië en Eritrea toe in 2014 en 2015 en vervolgens weer af. In de tweede plaats kwamen er vanaf 2015 relatief veel asielzoekers uit veilige landen, zoals Albanië, Algerije, Marokko en Servië. Ten derde nam vanaf 2018 het aantal asielzoekers uit landen als Iran, Irak, Afghanistan en Turkije toe.
Uit welk land een asielzoeker afkomstig is, bepaalt vaak ook hoe complex zijn asielverzoek is. Asielverzoeken van mensen uit landen waar de mensenrechtensituatie zeer slecht of juist goed is, zijn over het algemeen relatief eenvoudig. Asielverzoeken uit landen die daar tussenin zitten, zijn vaak het lastigst te beoordelen. Bovendien kosten asielverzoeken die worden afgewezen de IND meer tijd dan asielverzoeken die worden toegewezen. Hieronder worden de drie genoemde trends in de asielinstroom en de gevolgen voor de complexiteit van de asielverzoeken verder toegelicht.
Trend 1: Toename en afname asielverzoeken uit Syrië en Eritrea
In 2013 dringen Syrië en Eritrea de top drie van landen van herkomst binnen om vervolgens te pieken in 2015. In dat jaar kwamen 60% van alle asielverzoeken uit Syrië en Eritrea. Daarnaast kwamen er 4.942 staatloze asielzoekers naar Nederland (8% van de totale asielinstroom), die grotendeels ook afkomstig waren uit Syrië.
Aantal eerste asielaanvragen per jaar per land van herkomst | ||||||
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
Syrië | 8.833 | 18.677 | 2.158 | 2.202 | 2.956 | 1.606 |
Eritrea | 3.822 | 7.359 | 1.497 | 1.095 | 1.284 | 293 |
% asielinstroom totaal | 58% | 60% | 20% | 22% | 21% | 15% |
Bron: IND Asylum Trends jan 2014, feb 2015, 2015, 2016, 2017, 2018, 2019 (juli)
Eritrese en Syrische asielaanvragen zijn voor de IND niet bijzonder complex. Syriërs en Eritreeërs kunnen al asiel krijgen met een beroep op de slechte algemene situatie in hun land en hoeven dus geen individueel relaas te hebben. Tijdens de periode van hoge instroom kregen deze asielzoekers vaak een asielvergunning na een kort gehoor over hun asielmotieven. In 2016, verleende de IND in 92% van alle Syrische asielverzoeken en 87% van alle Eritrese asielverzoeken een verblijfsvergunning.
Trend 2: Asielzoekers uit (relatief) veilige landen van herkomst
Met de stroom Syrische en Eritrese asielzoekers kwamen asielzoekers uit de Balkan en Noord-Afrika mee. In 2016 werd 9% van alle asielverzoeken ingediend door Marokkanen, 7% door Algerijnen, 6% door Serviërs en 5% door Albaniërs. Ook in latere jaren bleven er asielzoekers uit deze landen naar Nederland komen.
Aantal eerste asielaanvragen per jaar per land van herkomst | ||||||
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
Albanië | 89 | 1005 | 1.664 | 365 | 551 | 129 |
Algerije | 19 | 41 | 980 | 891 | 1267 | 648 |
Marokko | 68 | 80 | 1.271 | 977 | 1066 | 653 |
Servië | 189 | 436 | 938 | 174 | 125 | 233 |
Totaal | 365 | 1.562 | 4.853 | 2.407 | 3.009 | 1.663 |
% totale asielinstroom | 2% | 4% | 26% | 16% | 15% | 13% |
Bron: IND Asylum Trends jan 2014, feb 2015, 2015, 2016, 2017, 2018, 2019 (juli)
Daarnaast kwamen er de afgelopen jaren asielzoekers uit wisselende andere relatief veilige landen, zoals Kosovo, Georgië en Oekraïne en recent Moldavië naar Nederland. In 2015 heeft Nederland een lijst met veilige landen van herkomst ingevoerd (zie ook het blog ‘Wat is een veilig land van herkomst?’). Albanië, Algerije, Georgië, Kosovo, Marokko, Oekraïne en Servië staan op deze lijst, Moldavië niet.
Wanneer een land op de lijst van veilige landen van herkomst is geplaatst, gaat de IND ervan uit dat asielzoekers uit dat land in principe geen bescherming in Nederland nodig hebben en dat een vereenvoudigde procedure volstaat om dat vast te stellen. Asielverzoeken van asielzoekers afkomstig uit veilige landen van herkomst krijgen voorrang en kunnen in een vereenvoudigde procedure (Spoor 2) worden afgedaan (zie ook het blog ‘Aanpassing asielprocedure aan hoge instroom’). In die procedure krijgen asielzoekers maar één gehoor in plaats van twee en minder waarborgen (onder andere geen rust- en voorbereidingstermijn en minder rechtsbijstand). Zaken van asielzoekers uit veilige landen van herkomst zijn over het algemeen niet complex en kosten de IND dus relatief minder tijd. De IND hanteert voor deze zaken een normtijd van 20 werkuren. Voor een zaak die naar de Algemene Asielprocedure gaat, is dat 38 werkuren.
Trend 3: complexere asielverzoeken
In 2018 en 2019 is het aantal asielzoekers uit landen als Iran, Irak en Afghanistan toegenomen. Bovendien dienden asielzoekers uit Iran, Irak en Afghanistan de laatste jaren ook veel opvolgende asielaanvragen in.
Aantal tweede en volgende asielaanvragen per jaar per land van herkomst | ||||||
2014 (feb-dec) | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 (jan-juli) | |
Irak | 689 | 228 | 156 | 249 | 658 | 221 |
Iran | 154 | 139 | 110 | 176 | 432 | 194 |
Afghanistan | 406 | 311 | 358 | 464 | 634 | 263 |
Totaal | 1.249 | 678 | 624 | 889 | 1724 | 678 |
% totaal aantal tweede en volgende aanvragen | 48% | 35% | 37% | 42% | 48% | 36% |
Bron: IND Asylum Trends feb 2015, 2015, 2016, 2017, 2018, 2019 (juli)
Het gaat hier om landen waar de mensenrechtensituatie slecht is, maar niet zo slecht dat alle asielzoekers uit die landen een asielvergunning krijgen. De IND moet dus in iedere individuele zaak beoordelen of het asielrelaas geloofwaardig is en of de asielzoeker op basis daarvan een gegronde vrees heeft voor vervolging heeft of een reëel risico loopt op ernstige schade. Asielverzoeken van asielzoekers uit deze landen zijn dus relatief complex.
Asielzoekers uit Iran, Irak en Afghanistan vragen regelmatig (voor een tweede keer) asiel aan omdat zij stellen bekeerd of homoseksueel te zijn. De IND beoordeelt dan of het geloofwaardig is dat de asielzoeker bekeerd of homoseksueel is. Daarvoor neemt de IND vaak lange gehoren af. Als het asielverzoek wordt afgewezen omdat de asielzoeker niet wordt geloofd, volgt er een uitgebreid gemotiveerde beslissing.
In de afgelopen jaren is het percentage asielverzoeken dat door de IND wordt ingewilligd gedaald, van 56% in 2016 naar 20% in 2018. Dat betekent dat de IND meer tijd kwijt is met het nemen van beslissingen, omdat inwilligingen minder tijd kosten dan afwijzingen.
Complexiteit kost capaciteit
Complexe asielzaken kosten de IND meer tijd. Als er in een periode meer complexe asielzaken worden ingediend, dan heeft de IND dus ook meer capaciteit nodig om deze te behandelen. Vóór 2013 waren de hoogte van de instroom en de landen van herkomst redelijk stabiel. Na 2013 veranderde dat, wat het voor de IND moeilijker maakt om de benodigde capaciteit in te schatten. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid meldde in januari 2019 dat er in 2018 “een hogere en andere samenstelling van de asielinstroom [was] dan vooraf was geprognotiseerd. Veel meer asielverzoeken dan verwacht zijn bijvoorbeeld terecht gekomen in de verlengde procedure omdat ze complex zijn. Dat maakt dat de IND voor de uitdaging staat hierin mee te bewegen”. Dit is een van de redenen dat de doorlooptijden (de periode tussen het moment van de asielaanvraag en de beslissing van de IND) in asielzaken vanaf 2018 zijn opgelopen.
Afsluiting
De Staatssecretaris heeft besloten een groot aantal nieuwe IND ambtenaren aan te nemen. Daarnaast wordt structureel meer geld uitgetrokken voor de asielprocedure, zodat de doorlooptijden worden teruggebracht. Voor 2020 verwacht de Staatssecretaris echter weer meer asielzoekers dan eerder was ingeschat. Daarom kan de Staatssecretaris niet toezeggen dat voldaan wordt aan de doelstelling om 90% van de asielaanvragen binnen de wettelijke termijn te behandelen.
Lees meer over de oorzaken van het oplopen van de doorlooptijden in asielzaken in het blog ‘Versnelling en vertraging in de Nederlandse asielprocedure’.