Een verblijfsvergunning als “start-up” voor asielzoekers?

3739

Met een paginagrote advertentie van de INCO Business Group in het Financieel Dagblad en een oproep op Facebook werd op 1 december 2015 Incubators for Immigrants gelanceerd. De stichting wil ondernemende asielzoekers met een “relevant, haalbaar, origineel, schaalbaar en creatief” plan een vliegende start geven. Kan dit? Welke voorwaarden gelden voor een aanvraag als start-up? 

Door Tesseltje de Lange*

Met ingang van 1 januari 2015 geldt voor vreemdelingen met een nieuw bedrijf, zogenaamde ‘start-ups’, een speciale toelatingsgrond in aanvulling op de al bestaande zelfstandigen-regeling. Vreemdelingen die nog niet in Nederland zijn kunnen een beroep doen op beide regelingen en vreemdelingen met een verblijfsvergunning voor een ander doel kunnen er eveneens een beroep op doen (denk aan buitenlandse studenten). Incubators for Immigants wil ook asielzoekers (al in procedure of vanuit het buitenland) begeleiden bij een verblijfsaanvraag als start-up. De regeling is dus relevant voor alle vreemdelingen en niet alleen voor asielzoekers,  die toelating vragen als ondernemer.

Vreemdelingen van buiten de Europese Unie (EU), kunnen op twee manieren om toelating vragen als ondernemer: als start-up of als reeds bestaande zelfstandige (al dan niet met personeel). De toelating als zelfstandig ondernemer, niet zijnde een start-up, blijft hier onbesproken. De belangrijkste voorwaarde voor een verblijfsvergunning als start-up is dat de startende, innovatieve, ondernemer samenwerkt met een ‘betrouwbare en deskundige’ begeleider, een zogenoemde facilitator.

Wat is een facilitator
Een facilitator begeleidt de startende ondernemer bij het opzetten van de start-up. Niet iedereen kan zomaar facilitator worden. Een organisatie die als zodanig wil optreden, zoals Incubators for Immigrants  dat zegt te willen doen, moet eerst als betrouwbaar worden gekwalificeerd voordat een start-up gebruik kan maken van diens begeleiding. Een facilitator kan niet vragen om ‘erkend’ te worden; bij het indienen van de eerste aanvraag voor een start-up moet uit een ‘voortoets’ blijken of de facilitator voldoet aan de gestelde voorwaarden. Voor die beoordeling vraagt de Immigratie- en naturalisatiedienst (IND) advies aan de Raad voor Ondernemend Nederland (RVO) van het ministerie van Economische Zaken.

Wanneer kan iemand als facilitator optreden?
Vooraf kan de facilitator via de website van de IND nagaan hoe groot zijn kansen zijn om als betrouwbare en deskundige begeleider te worden gekwalificeerd. De facilitator moet bewijzen minstens twee jaar ervaring te hebben in het begeleiden van innovatieve start-ups, dit kan blijken uit voorbeelden van eerder gefaciliteerde start-ups, referenties of CV’s. Daarnaast moet de facilitator aantonen er financieel stevig voor te staan, blijkend uit de jaarstukken en/of accountantsverklaring. Vervolgens moet de startende ondernemer met een goed businessplan komen.

Aan welke voorwaarden moet het businessplan voldoen?
Het moet gaan om een innovatieve onderneming. Volgens Bijlage 8b bij het Vreemdelingenvoorschrift is sprake van innovativiteit bij aanwezigheid van minstens één van de volgende drie aspecten:

1. Het product of de dienst is nieuw voor Nederland;
2. Er is sprake van nieuwe technologie bij productie, distributie, marketing;
3. Er is sprake van een innovatieve organisatorische opzet en werkwijze.

Ter toelichting op deze drie aspecten wordt aangegeven dat gedacht kan worden aan activiteiten die vallen onder het Topsectorenbeleid van het Ministerie van EZ (beleid dat RVO uitvoert en onder welke noemer RVO ook mede-financiert). Maar het kan ook gaan om nieuwe producten of diensten, of een originele aanpak van de duurzaamheidsproblematiek. Voor deze specifieke regeling werden start-ups ook al toegelaten (maar dan als ‘gewone’ ondernemers) vanwege hun innovatieve kracht. Te denken valt aan nieuwe softwaretoepassingen, zoals AirBnB of een nieuw product zoals Hello Fresh.

Wat is de geldigheidsduur van een verblijfsvergunning als “start-up”?
De startende ondernemersvergunning is geldig voor één jaar. Daarna kan de startende ondernemer een verblijfsvergunning als zelfstandige aanvragen, of, als hij of zij nog niet voldoet aan de voorwaarden, een ‘zoekjaar’ verblijfsvergunning zodat de facto de start-up twee jaar de tijd krijgt om zich te bewijzen (zie artikel 3.58 lid 5 Vb en de toelichting bij de Consultatie wijziging Vreemdelingenbesluit zoekjaar hoogopgeleiden, 31 juli 2015).

Hoeveel aanvragen zijn tot nu toe ingediend?
Navraag bij het Ministerie van Veiligheid & Justitie levert de volgende recente cijfers op: tot en met 26 november 2015 zijn 90 aanvragen ingediend. Er zijn ongeveer 20 verblijfsvergunningen verleend; ongeveer 20 aanvragen zijn afgewezen en ongeveer 10 aanvragen zijn buiten behandeling gesteld of ingetrokken door de vreemdeling. Ruim 30 aanvragen zijn nog in behandeling. De meeste vreemdelingen die de verblijfsvergunning als start-up hebben gekregen hebben de Amerikaanse, Russische en Canadese nationaliteit. Deze Amerikanen maken dus geen gebruik van het bilaterale Nederlands-Amerikaans Vriendschapsverdrag, hun facilitators zullen de start-up regeling waarschijnlijk overzichtelijker vinden. Bij deze aanvragen zijn tot nu toe 8 verschillende facilitators betrokken. Daar komt de Incubator for Immigrants in de toekomst dus wellicht nog bij.

Hybride ondernemerschap
Er ligt een toezegging van het Kabinet om ruimte voor ‘hybride ondernemerschap’ te creëren (zie de Kabinetsreactie van 16 juni 2015 op het SER-advies ‘Arbeidsmigratie’) waarbij een buitenlandse student, kennismigrant of onderzoeker zijn verblijfsvergunning voor dat doel niet kwijtraakt als hij of zij daarnaast een bedrijf start. Hoe dat vormgegeven moet worden, is nog afwachten.

 

* onderzoeker/docent economische migratie bij de Universiteit van Amsterdam en Tilburg Law School. Heeft u vragen over economische migratie naar Nederland of de EU, succes stories of schrijnende voorbeelden, neem gerust contact op: t.delange@uva.nl