Wereldwijd zijn er naar schatting 12 miljoen mensen staatloos. Staatlozen ontberen in veel gevallen juridische bescherming. Hoe wordt iemand staatloos, wat zijn daarvan de juridische gevolgen en hoe kan een staatloze bescherming krijgen van zijn meest fundamentele rechten?
Door Veeni Naganathar
Artikel 1 van het Verdrag betreffende de Status van Staatlozen uit 1954 definieert een staatloze als ‘een persoon die door geen enkele Staat, krachtens diens wetgeving, als onderdaan wordt beschouwd’. Tegenwoordig wordt het begrip ‘onderdaan’ – dat duidt op iemand die aan een ander is onderworpen – nog maar zelden gebruikt. In de praktijk wordt een staatloze dan ook veelal gedefinieerd als iemand die geen nationaliteit bezit.
Nationaliteit is de juridische band tussen een individu en een staat. Elke staat heeft het recht om onder zijn eigen voorwaarden te bepalen aan wie een nationaliteit wordt verleend en aan wie niet. Het bezitten van een nationaliteit is om verschillende redenen van wezenlijk belang; zo biedt een nationaliteit onder andere toegang tot essentiële mensenrechten en kan het niet-bezitten van een nationaliteit grote gevolgen hebben voor de uitoefening van civiele, economische, sociale en culturele rechten.
De jure staatloosheid en de facto staatloosheid
Er zijn twee soorten staatloosheid: de jure staatloosheid en de facto staatloosheid. Personen die binnen de definitie van artikel 1 van het Verdrag betreffende de Status van Staatlozen vallen worden beschouwd als de jure staatloos. De jure staatlozen worden aldus, juridisch bezien, niet als burgers van een staat beschouwd. Er is dan sprake van volledige afwezigheid van nationaliteit.
Van de facto staatloosheid bestaat geen eenduidige definitie. In de recente Guidelines on Statelessness no. 3 van de UNHCR (de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen) wordt de facto staatloosheid gedefinieerd als een toestand waarin een persoon zich, buiten het land waarvan hij de nationaliteit heeft, bevindt en hij geen bescherming kan of wegens gegronde redenen niet wil, krijgen van dat land. Met bescherming wordt hier gerefereerd aan het recht op diplomatieke en consulaire bescherming. De facto staatloosheid kan het beste worden uitgelegd als een toestand waarin iemand weliswaar een nationaliteit heeft, maar dat deze zodanig ineffectief is, dat deze persoon dezelfde gevolgen ondervindt als een de jure staatloze.
Oorzaken van staatloosheid
Aan staatloosheid kunnen tal van verschillende oorzaken ten grondslag liggen. Om te beginnen kan een persoon reeds bij de geboorte staatloos zijn, omdat hij de staatloosheid krijgt overgedragen van zijn staatloze ouders. Iemand kan ook staatloos zijn als gevolg van het nationaliteitsbeleid van een staat, dat bepaalt dat de nationaliteit alleen via de vader aan het kind kan worden doorgegeven. Wanneer de vader van het kind dat uit een ongehuwd stel wordt geboren, dat niet wil erkennen, dan wordt het kind staatloos.
Daarnaast kan iemand ook op een later moment staatloos worden als gevolg van veranderde omstandigheden. Dit is het geval wanneer staten uiteenvallen, zoals bijvoorbeeld het voormalige Joegoslavië en de Sovjet Unie, en geen van de nieuwe staten deze persoon als zijn burger beschouwt. Ook kan iemand staatloos worden als gevolg van een willekeurige ontzegging van nationaliteit door een staat of simpelweg door het vrijwillig opgeven van een voormalige nationaliteit. Dit is geen uitputtende opsomming van de oorzaken van staatloosheid, de voorbeelden zijn legio.
Gevolgen van staatloosheid
In tegenstelling tot personen met een nationaliteit hebben staatlozen geen recht om in een staat te verblijven, deze te verlaten of terug te keren naar een land van eerder verblijf. Voorts lopen staatlozen vaker het risico op discriminatie en mishandeling door autoriteiten. Wanneer iemand staatloos is, heeft dit immers tot gevolg dat geen enkele staat verantwoordelijk is voor het waarborgen van zijn (mensen)rechten. Staatlozen kunnen hierdoor niet volwaardig deelnemen aan de samenleving; zij kunnen niet stemmen, legaal werken, een huis kopen, trouwen of reizen. Staatlozen leven in een ‘juridisch niemandsland’.
Recht op rechten
Precies om deze grondrechten ook voor staatlozen te waarborgen is in het eerder genoemde Verdrag betreffende de Status van Staatlozen hen een aantal rechten toegekend. Dit betreft onder meer het recht op onderwijs, het recht op zorg en het recht op een identiteitsbewijs.
Om toegang te krijgen tot deze basale rechten, dient de staat wel eerst vastgesteld te hebben dat iemand staatloos is. Echter, bindende regels en procedurele waarborgen voor het vaststellen van staatloosheid ontbreken in een groot aantal landen, waaronder Nederland. Deze gebrekkige vaststelling van staatloosheid heeft tot gevolg dat de rechten van staatlozen, zoals vastgesteld in het Verdrag betreffende de Status van Staatlozen, niet gegarandeerd zijn.
Staatlozen in Nederland
Mondiaal wordt het aantal staatlozen op ongeveer 12 miljoen geschat. Aangezien een goede registratie van staatlozen in Nederland ontbreekt, is het niet bekend hoeveel staatlozen er in Nederland precies verblijven. Uit data van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat op 1 januari 2013 83.642 personen als ‘staatloos/nationaliteit onbekend’ in de Gemeentelijke Basisadministratie stonden ingeschreven. Van het merendeel van deze mensen kon de nationaliteitsstatus niet onmiddellijk worden vastgesteld. In haar rapport “Staatloosheid in Nederland” van november 2011 vermeldt het UNHCR dat erin 2009 2.060 staatloze personen in Nederland woonden. Onder deze groep mensen bevinden zich personen van Molukse herkomst, Surinaamse Nederlanders en Roma.
In het rapport “Staatloosheid in Nederland” stelt het UNHCR dat Nederland een vaststellingsprocedure voor staatlozen zou moeten introduceren, waaraan tevens een verblijfsrecht zou moeten worden gekoppeld. Het verlenen van een verblijfsrecht zou dan alleen gelden voor staatlozen die nergens anders een verblijfsrecht hebben. De toenmalige bewindspersonen waren van mening dat het buitenschuldbeleid – een beleid dat ziet op mensen die uit Nederland weg willen, maar niet kunnen – reeds voorziet in een oplossing voor het probleem van staatloosheid.
De Adviescommissie van Vreemdelingenzaken (“ACVZ”) heeft recentelijk onderzoek gedaan naar de Nederlandse regelgeving en praktijk met betrekking tot de bescherming van staatlozen en het voorkomen en verminderen van staatloosheid. Ook de ACVZ pleit in haar advies “Geen land te bekennen: een advies over de verdragsrechtelijke bescherming van staatlozen in Nederland” van december 2013 onder andere voor een nieuwe vaststellingsprocedure voor staatloosheid. Daarnaast pleit de ACVZ voor een nieuwe verblijfsvergunning specifiek voor staatlozen, zodat erkende staatlozen in Nederland hun rechten naar behoren kunnen effectueren.