Op 9 april 2020 liet de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de Tweede Kamer weten dat asielzoekers binnenkort niet langer dwangsommen krijgen als de IND te laat op hun asielverzoek beslist. Tegelijkertijd zet zij de voorgenomen beperking van de rechtsbijstand niet door. Dit blog licht deze maatregelen toe.
Door Marcelle Reneman
De achterstanden bij de IND in de behandeling van asielverzoeken zijn nog steeds groot. De staatssecretaris berichtte de Tweede Kamer op 3 maart 2020 dat de IND op 31 januari 2020 in ongeveer 8.900 individuele asielzaken de wettelijke termijn van zes maanden had overschreden. In april 2020 waren er 14.000 zaken waarin de wettelijke termijn was verstreken of dreigde te verstrijken.
Langdurige asielprocedures kosten de overheid veel geld. Niet alleen verblijven asielzoekers langer in de opvang, zij kunnen ook dwangsommen krijgen als de IND niet binnen de wettelijke beslistermijn een besluit over hun asielverzoek neemt (zie hierover ook het blog ‘De kosten van lange asielprocedures’). Over de periode 2019 t/m eind februari 2020 moet de overheid al een bedrag van tussen de 30 en 40 miljoen euro aan dwangsommen aan asielzoekers betalen. Als er niets verandert, zal dit bedrag verder oplopen met ongeveer 1 miljoen euro per week.
Afschaffing dwangsommen
De staatssecretaris heeft daarom besloten om een voorstel voor een tijdelijke wet in te dienen, waardoor asielzoekers niet langer recht hebben op een dwangsom, wanneer de IND niet tijdig op hun asielverzoek beslist. Deze tijdelijke wet zal gelden voor asielzaken, waarin de wettelijke beslistermijn op het moment waarop de wet in werking treedt nog niet is verstreken. De wet wordt dus ook van toepassing op al lopende asielzaken.
Dat het gaat om een tijdelijke wet, betekent niet dat asielzoekers weer dwangsommen krijgen, als de problemen bij de IND zijn opgelost. De staatssecretaris wil permanent af van de dwangsommen voor asielzoekers vanwege niet tijdig beslissen. Zij zal daarom zo snel mogelijk een voorstel voor een permanente wetswijziging indienen. Hierdoor zal voor asielzaken een uitzondering gaan gelden op de algemene dwangsomregeling in de Algemene wet bestuursrecht (paragraaf 4.1.3.2). Eenzelfde uitzondering geldt sinds 2016 al voor termijnoverschrijdingen in zaken waarin een burger op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) informatie van de overheid opvraagt. Waarschijnlijk wordt in de Vreemdelingenwet, net als in de Wob, een bepaling opgenomen die een uitzondering maakt op de Algemene wet bestuursrecht. De staatssecretaris zal het voorstel voor de tijdelijke wet ter advisering voorleggen aan de Raad van State.
Asielzoekers zullen in de toekomst niet langer een tijdige beslissing op hun asielverzoek kunnen afdwingen. Dit kan problematisch zijn, omdat langdurige asielprocedures vaak negatieve gevolgen hebben voor asielzoekers (zie het blog ‘Wat zijn de gevolgen van langdurige asielprocedures voor asielzoekers?‘).
Kritiek op management IND
Het is dus van belang dat de doorlooptijden bij de IND worden aangepakt. De staatssecretaris heeft door Significant en KPMG onderzoek laten uitvoeren naar het management van de IND. Beide rapporten zijn kritisch en vinden dat de IND onvoldoende informatie beschikbaar heeft om de organisatie goed te laten functioneren. Significant schrijft onder meer dat informatie ontbreekt over onder meer de prestaties van (teams van) medewerkers, het aantal medewerkers, de tijd die de IND voor specifieke asielzaken nodig heeft en de reden waarom asielverzoeken naar de verlengde asielprocedure worden doorgestuurd. Ook doet de IND te weinig aan analyse van data, die de doorlooptijden van zaken kan voorspellen. Significant heeft daarnaast kritiek op het (project)management binnen de IND. De IND heeft veel maatregelen genomen om de doorlooptijden te verkorten, maar er is te weinig samenhang tussen de maatregelen en de realisatie van de maatregelen wordt te weinig gestuurd en bewaakt.
Nieuwe maatregelen
De staatssecretaris heeft naar aanleiding van de onderzoeken van Significant en KPMG op 3 maart en 9 april 2020 nieuwe maatregelen aangekondigd om verdere achterstanden te voorkomen en de huidige achterstanden weg te werken. Een speciale Taskforce wordt verantwoordelijk voor de afdoening van de lopende 14.000 zaken waarin een (risico van) een dwangsom aan de orde is. De IND gaat nieuw ingediende asielaanvragen bijhouden. De Taskforce moet zaken intelligenter en flexibel gaan plannen, op grote schaal nieuw personeel voor de IND werven, handelingen in het asielproces aan juridische bureaus uitbesteden, asielzoekers schriftelijk gaan interviewen waar dat kan en teams invoeren die beslissingen nemen in complexe zaken. De staatssecretaris streeft ernaar dat de Taskforce in het najaar van 2020 de voorraden heeft weggewerkt. Daarbij merkt zij wel op dat rekening gehouden moet worden met de effecten van de coronacrisis.
Verdere achterstanden door coronacrisis
Vanaf 15 maart 2020 is de asielprocedure opgeschort vanwege de coronacrisis. Asielzoekers die in Nederland aankwamen, werden geregistreerd en medisch getest, en vervolgens overgebracht naar een noodonderdaklocatie in een kazerne in Zoutkamp. Vanaf 28 april 2020 heeft de IND de asielprocedure gedeeltelijk hervat. Asielzoekers die in het aanmeldcentrum in Ter Apel aankomen, ondertekenen een aanvraagformulier en krijgen na een periode in de noodonderdaklocatie een aanmeldgehoor. Ook asielzoekers die nu in de noodonderdaklocatie verblijven worden naar Ter Apel gebracht, waar zij het aanvraagformulier ondertekenen en een aanmeldgehoor wordt gepland. Bovendien is de IND sinds een aantal weken begonnen met het interviewen van asielzoekers via een videoverbinding. In asielzaken waarin niet meer gehoord hoeft te worden, kan de IND verder gaan met het nemen van een besluit.
Sinds de coronacrisis in Nederland uitbrak, is de asielinstroom significant gedaald, van ongeveer 500 per week naar ongeveer 100 per week (dit omvat eerste en volgende asielaanvragen, en asielzoekers die vanwege hervestiging, herplaatsing of nareis naar Nederland zijn gekomen).
Handhaving rechtsbijstand
De staatssecretaris schrijft ook in de brief van 9 april 2020 dat zij de onafhankelijke rechtsbijstand vanaf het begin van de asielprocedure handhaaft en de voorgenomen maatregel gericht op het beperken van de gesubsidieerde rechtsbijstand in het eerste deel van de asielprocedure niet verder in procedure brengt ‘teneinde de balans in de rechtsbescherming van vreemdelingen in evenwicht te houden’. Wat de staatssecretaris met dat laatste bedoelt, is niet duidelijk. Compenseert de handhaving van de rechtsbijstand volgens de staatssecretaris de afschaffing van de dwangsommen?
De beperking van de rechtsbijstand in asielprocedures was opgenomen in het Regeerakkoord van 2017. Op de maatregel was veel kritiek vanuit onder meer de advocatuur en VluchtelingenWerk Nederland, omdat rechtsbijstand een belangrijke voorwaarde is voor een zorgvuldige asielprocedure (zie ook het blog ‘Beperking rechtsbijstand asielzoekers gaat door‘). Bovendien bleek uit het rapport van de Commissie van Zwol dat het beperken van de rechtsbijstand niet tot minder werk voor de IND zou leiden, zoals was beoogd. VluchtelingenWerk Nederland reageert opgelucht op het intrekken van de maatregel en de Vereniging voor Asieladvocaten en Juristen Nederland, spreekt van ‘goed nieuws‘.