Het Italiaanse beleid om op de Middellandse Zee bootvluchtelingen te redden en naar Europees grondgebied te brengen is ten einde gekomen. Alleen de Libische kustwacht mag nog bootvluchtelingen onderscheppen om hen terug te brengen naar Libisch grondgebied. Privé reddingsacties van ngo’s om vluchtelingen naar Europa te vervoeren worden strafrechtelijk vervolgd.
Door Paolo Cuttitta
Op 15 maart 2018 was een boot van een Spaanse ngo betrokken bij een incident met de Italiaanse en Libische autoriteiten. Het ging om het schip ‘Open Arms’ dat sinds 2016 betrokken is bij opsporings- en reddingsacties op zee aan de zuidgrens van Europa. Open Arms kreeg die dag van MRCC, een coördinatiecentrum dat onder toezicht staat van de Italiaanse kustwacht, instructie om naar een schip in nood op de internationale wateren te gaan. Toen de speedboten van het reddingsschip de boot met migranten hadden bereikt, kreeg het schip van het Italiaanse coördinatiecentrum echter een andere instructie: de verantwoordelijkheid lag vanaf dat moment bij de Libische autoriteiten. De Libische kustwacht arriveerde en verzocht Open Arms de migranten over te dragen. Open Arms weigerde, omdat Libië blijkens verscheidene rapporten (bijvoorbeeld van de Verenigde Naties en Amnesty International) voor hen niet veilig is. Na een lange discussie trokken de Libiërs hun verzoek in.
Hier hield het echter niet op. De Italiaanse autoriteiten weigerden Open Arms toestemming om de migranten naar Italië te brengen, terwijl Italië voorheen altijd de aanlegplaats was voor schepen van ngo’s die werkten onder Italiaanse coördinatie. Toen Open Arms uiteindelijk toch werd toegelaten om aan te meren in de Siciliaanse haven van Pozzallo confisqueerden de Italiaanse autoriteiten het schip. De kapitein en het hoofd van de missie werden vervolgens aangeklaagd wegens het bieden van hulp aan illegale migratie.
Het was de eerste keer dat:
a) De Italiaanse MRCC de coördinatie van de opsporings- en reddingsacties aan Libische collega’s overdroeg;
b) Onderzoek werd geopend naar handelen in strijd met de gedragscode die de Italiaanse overheid in de zomer van 2017 had opgelegd aan ngo’s die opsporings- en reddingsacties uitvoeren;
c) Onderzoek werd geopend naar het niet van boord laten gaan van migranten in Malta, zoals verzocht door het Italiaanse coördinatiecentrum, toen de Open Arms door Maltese wateren voer om twee personen die acuut medische zorg nodig hadden te evacueren.
Korte tijd later, op 31 maart 2018 waren de Italiaanse autoriteiten betrokken bij een soortgelijk incident met de Aquarius, een schip dat opereert in een samenwerkingsverband van SOS Méditerranée en Artsen Zonder Grenzen. Na onderhandelingen met de Libische kustwacht werd het de Aquarius toegestaan om 39 van de in totaal 129 passagiers aan boord te nemen. Dit betrof mensen die kwetsbaar waren en/of mensen die medische problemen hadden, de anderen werden gedwongen teruggestuurd naar Libië.
Hieronder wordt uiteengezet dat deze incidenten onderdeel zijn van een serie ontwikkelingen, waaruit blijkt dat Italië zijn beleid aan het aanscherpen is om te voorkomen dat “ongewenste” migranten het Europees grondgebied bereiken, terwijl op hetzelfde moment wordt opgetreden tegen humanitaire organisaties. Door deze acties faciliteert de Italiaanse overheid terugkeer naar Libië, die namens Italië wordt uitgevoerd door de Libische kustwacht en marine.
Humanitaire omslag in 2012-2013: einde push-backs en het begin van de reddingsoperaties
In februari 2012 oordeelde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in een belangrijke uitspraak dat Italië mensenrechten had geschonden door in 2009 24 mensen vanuit internationale wateren terug te sturen naar Libië. Deze uitspraak dwong de Italiaanse autoriteiten om hun acties op zee te herzien. Op 3 oktober 2013 kostte de Lampedusa schipbreuk, slechts een kleine kilometer van het Italiaanse eiland vandaan, aan 366 mensen het leven. In de nasleep hiervan lanceerden de Italiaanse autoriteiten Mare Nostrum, een grootschalige militaire operatie met een tweevoudige, veiligheids-humanitaire taak. Zie over de uitspraak van het EHRM en de Lampedusa schipbreuk ook het eerdere blog EU-grensdoden. Mare Nostrum had een tweeledige doelstelling. In de eerste plaats beoogde het te voorkomen dat mensen de zee-oversteek waagden. Daarnaast had het tot doet levens op zee te redden. De operatie was gericht op het beschermen van de grenzen, het vangen van smokkelaars en het verbeteren van de samenwerking tussen de Italiaanse politie en de autoriteiten van Noord-Afrikaanse landen. Het werkgebied strekte zich uit tot aan de grenzen van de Libische territoriale wateren.
In augustus 2014 lanceerde de Maltezer ngo MAOS de eerste non-gouvernementele opsporings- en reddingsmissie, in samenwerking met de Italiaanse autoriteiten. Meer ngo’s volgden dit voorbeeld in de daaropvolgende jaren. De Italiaanse en Europese autoriteiten probeerden aan de ene kant de samenwerking met Libië te versterken, om te voorkomen dat mensen de oversteek zouden maken. Tegelijkertijd werden de ruimtes op de zee gehumanitariseerd, in die zin dat het verlies van mensenlevens werd geminimaliseerd. Daarnaast werd verzekerd dat niemand zou worden teruggestuurd naar Libië vanuit internationale wateren.
Dit veranderde geleidelijk aan het eind van 2014. Terwijl de pogingen van niet-gouvernementele organisaties tot opsporings- en reddingsacties toenamen, nam de toewijding van de autoriteiten in de reddingsacties af. Vanaf 2016 werden de ngo’s geconfronteerd met groeiende weerstand. Eerst van de Libische autoriteiten, vervolgens ook van de Italiaanse.
Beëindiging van gouvernementele humanitaire operaties
Mare Nostrum is eind 2014 beëindigd. De aanwezigheid van de Italiaanse marine in de Middellandse zee werd daarmee beperkt tot de geringe middelen van operatie Mare Sicuro. De EU weigerde niet alleen een soortgelijk Europees project te bekostigen. Zij vond dat de Italiaanse missie een aanzuigende werking had voor migranten en mensensmokkelorganisaties faciliteerde. Tegelijk met de stopzetting van Mare Nostrum startte het EU grensagentschap Frontex operatie Triton. Deze had geen specifieke opsporings- en reddingstaak en bestreek een beperkte operationele ruimte, tot slechts 50 kilometer van Sicilië. Nadat in april 2015 nogmaals een grote schipbreuk plaatsvond, waarbij naar schatting 700 mensen om het leven kwamen, werd duidelijk dat door het gebied ten zuiden van Lampedusa onbeheerd te laten het aantal slachtoffers alleen maar zou toenemen.
Terwijl de operationele ruimte van operatie Triton werd uitgebreid, en het budget werd verdrievoudigd, werden in mei 2015 twee door Duitsland en Ierland geleidde humanitaire missies gestart. Beide landen besloten later echter hun missies te schorsen. Zij sloten zich aan bij de gemeenschappelijke veiligheids- en verdedigingsbeleid missie van de EU, Eunavfor Med – Sophia, die op 22 Juni 2015 werd gelanceerd. Duitsland deed dat op 30 juni 2015. De herschikking van de Ierse marine middelen van humanitaire- naar veiligheidstaken werd pas twee jaar later bekrachtigd.
Ondersteuning van het opzetten van een Libisch opsporings- en reddingsgebied en MRCC
Het mandaat van Eunavfor Med werd in 2016 gewijzigd, om daarin capaciteitsopbouw en training van de Libische kustwacht en marine op te nemen. Activiteiten daaromtrent zijn begonnen in oktober van dat jaar en zijn nog steeds bezig. De EU assisteert de Libische autoriteiten ook in ‘het definiëren en verklaren van een Libisch opsporings- en reddingsgebied met adequate operationele standaard procedures’.
De eerste opsporings- en reddingsinterventies in internationale wateren, die werden gecoördineerd door de Libische autoriteiten, werden naar verluidt in september 2017 uitgevoerd. Officieel bestond er echter nog geen opsporings- en reddingsgebied. Het door de EU gefinancierde project onder leiding van Italië, bedoeld om een Libisch coördinatiecentrum op te zetten, was eveneens nog niet aangevangen. In feite werden deze activiteiten gecoördineerd door een Italiaans oorlogsschip vanuit de haven van Tripoli.
Italië ondersteunt de Libische kustwacht en marine, evenals het Libische ministerie van binnenlandse zaken, onafhankelijk van de EU. Uit een overeenkomst van 2 februari 2017 volgt dat Italië besloot om de Libische autoriteiten tien patrouilleboten en technische ondersteuning te verstrekken. In augustus 2017 werd een militaire missie naar Libië gestart. De twee landen kwamen bovendien overeen om een gezamenlijk coördinatiecentrum op te richten in Tripoli.
Beperking van de operationele ruimte van Europese en Italiaanse missies
De Europese operaties Eunavfor Med en Triton hadden in het laatste deel van 2015 en in 2016 bijgedragen aan opsporings- en reddingsacties in het gebied rondom de Libische wateren. Daarna werden hun middelen tussen 2016 en 2017 geleidelijk teruggetrokken uit dat gebied (net zoals die van Mare Sicuro). Daarmee werd de Libische kustwacht de vrijheid te geven om migranten terug te sturen en om schepen van ngo’s te vangen en te intimideren.
Aldus is het aandeel van Italiaanse en EU-schepen in het aantal geredde mensen sterk afgenomen (van 66% in 2016 naar 49% in 2017). Het aandeel van de private schepen is toegenomen van 34% naar 51%. Bij laatstgenoemde worden niet alleen ngo schepen gerekend (toename van 26% naar 41%), maar ook commerciële schepen, waarvan het aandeel, na een afname van 24% (in 2014) naar 8% (in 2016) weer is toegenomen naar 10% in 2017.
Zulke cijfers suggereren dat zonder ngo’s, commerciële schepen weer overspoeld zouden worden met noodoproepen. Als gevolg daarvan heeft de maritieme industrie gevraagd om ‘het legitieme recht van ngo’s om reddingsacties uit te voeren te herstellen’. De betrokkenheid van commerciële schepen zou miniem moeten zijn, niet alleen om hen van de zware financiële last te ontdoen, maar ook omdat handelsschepen niet zijn uitgerust en hun bemanning niet is getraind voor opsporings- en reddingsacties: daardoor kunnen hun reddingsoperaties gemakkelijk resulteren in tragedies.
Deze blog is een vertaling. Het origineel verscheen eerder op de blog van Border Criminoligies van de University of Oxford en is hier te lezen: https://www.law.ox.ac.uk/research-subject-groups/centre-criminology/centreborder-criminologies/blog/2018/04/pushing-migrants.