Alleenstaande minderjarigen verdwijnen uit de opvang

6206

NRC berichtte op 2 juni 2019 dat in de afgelopen 4,5 jaar ruim 1600 alleenstaande ‘asielkinderen’ zijn verdwenen uit de opvang. Hoe is de opvang van deze kinderen geregeld, hoe kan het dat deze kinderen zijn verdwenen en wat doet de Nederlandse overheid om de verdwijningen te voorkomen?

Door Marcelle Reneman

Hoe worden alleenstaande minderjarige vreemdelingen opgevangen?
Alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s) zijn kinderen die in Nederland asiel vragen en niet begeleid worden door hun ouder(s) of voogd. Zij worden in eerste instantie opgevangen in het Aanmeldcentrum in Ter Apel. Daar worden ze geregistreerd en krijgen zij een voogd toegewezen van Stichting Nidos, die in Nederland de belangen van de minderjarigen behartigt. Nidos bepaalt vervolgens in welke soort opvang de amv wordt geplaatst tijdens de asielprocedure en daarna. Kinderen ouder dan 15 jaar komen terecht in een Proces opvanglocatie van het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA) voor amv’s, dat deel uitmaakt van een gewoon asielzoekerscentrum. Daar doorlopen zij de Algemene Asielprocedure. Als zij in deze procedure een afwijzing van hun asielverzoek krijgen of worden doorgestuurd naar de verlengde asielprocedure, verhuizen zij naar een Kleinschalige Wooneenheid. In deze opvang wonen 16 tot 20 kinderen samen onder de verantwoordelijkheid van COA. Kinderen jonger dan 15 jaar en kwetsbare kinderen gaan meestal naar een gastgezin, waarvandaan zij de asielprocedure doorlopen.

Kinderen jonger dan 15 jaar die een asielvergunning krijgen, blijven in hun gastgezin. Oudere kinderen worden geplaatst in een kinder woongroep, een huis in een woonwijk, waar zij met maximaal 12 kinderen verblijven. Zij worden daar begeleid door een mentor van een (jeugdzorg)instelling. Oudere kinderen die dat aankunnen, worden opgevangen in een kleine wooneenheid waar zij met vierkinderen in een eengezinswoning in een woonwijk wonen en veel zelfstandigheid krijgen (zie de evaluatievoor de opvang van alleenstaande minderjarigen).

Hoeveel kinderen verdwijnen er uit de opvang?
Het NRC spreekt nu van de verdwijning van ruim 1600 kinderen in het afgelopen jaar. Eerdere cijfers over de verdwijning van amv’s lagen veel lager. In de Kinderrechten monitor van 2016 (p. 56) en een brief van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie aan de Tweede Kamer wordt gesproken over één verdwijning in 2012 en 2013, elf in 2014, 24 in 2015 en ongeveer 30 in 2016 (zie ook dit rapport uit 2006, waarin lage getallen worden genoemd). De Rapporteur Mensenhandel schrijft in 2018 ‘Waar reeds tussen 2015 en 2016 het aantal kinderen dat aan het zicht van de autoriteiten is onttrokken met 88% toenam tot 294, is dit in 2017 voor het derde jaar op rij fors gestegen naar 360’. Het NRC verklaart het grote verschil tussen de aantallen verdwijningen, doordat het nieuwe getal van 1600 niet alleen is gebaseerd op gegevens van het COA, maar ook op cijfers van Nidos die eerder niet zijn meegerekend.

Waarom verdwijnen alleenstaande minderjarigen uit de opvang?
Er kunnen verschillende redenen zijn waarom alleenstaande minderjarigen uit de opvang verdwijnen. Zij kunnen bijvoorbeeld vertrekken naar een ander land, waar zij familieleden hebben wonen. Verder wordt als reden genoemd dat kinderen de autoriteiten wantrouwen, de kans op asiel laag inschatten, bang zijn voor uitzetting of de asielprocedure te lang vinden duren. Kinderen kunnen ook het slachtoffer worden van mensenhandel of uitbuiting. Zij verdwijnen snel naar aankomst of worden gedurende hun verblijf in de opvang slachtoffer van bijvoorbeeld loverboys.

Dit is niet alleen een probleem in Nederland, maar in heel Europa. Europol schreef in 2018 dat minderjarige migranten en amv’s een hoger risico lopen het slachtoffer te worden van mensenhandel of uitbuiting. Het is echter onbekend hoeveel amv’s in Europa in de handen van mensenhandelaars vallen. Europol vermoedt dat gevallen van mensenhandel van deze kinderen wordt onder gerapporteerd. In 2017 deed de Fundamental Rights Agency van de EU al aanbevelingen om te voorkomen dat alleenstaande minderjarigen het slachtoffer worden van mensenhandel en uitbuiting. Het gaat onder meer om speciale opvang en begeleiding van de minderjarigen, voorlichting over mensenhandel en verbetering van de identificatie van slachtoffers van mensenhandel. Op Europees niveau is ook een strategie ontwikkeld om mensenhandel (ook specifiek van kinderen) aan te pakken.

Om wat voor alleenstaande minderjarigen gaat het?
In de loop der tijd hebben in Nederland verschillende groepen amv’s in de aandacht gestaan vanwege verdwijningen en slachtofferschap van mensenhandel en uitbuiting. De Rapporteur Mensenhandel schrijft dat in 2005 duidelijk werd dat Nederland als transitland en eindbestemming werd gebruikt voor de uitbuiting van Nigeriaanse meisjes in de seksindustrie. De ruim 100 meisjes dienden een asielverzoek in Nederland in en werden daarna uit de opvang gehaald door mensenhandelaren die hen uitbuitten in de prostitutie. In dezelfde periode verdwenen ook veel Indiase jongens direct na aankomst in Nederland.

In de afgelopen jaren  verdwenen veel kinderen met de Vietnamese nationaliteit (waarvan overigens niet altijd duidelijk was of het daadwerkelijk minderjarigen waren). Volgens Europol worden Vietnamese alleenstaande minderjarigen uitgebuit als arbeiders, maar ook gebruikt als slaven in het huishouden of gedwongen te werken in de seksindustrie, misdrijven te plegen of te bedelen. Volgens de Rapporteur Mensenhandel werden in de periode 2013-2017 1247 meldingen gedaan bij het Coördinatiecentrum tegen Mensenhandel van minderjarige slachtoffers van mensenhandel (in zijn algemeenheid, niet alleen asielzoekers). De top 5 nationaliteiten van deze groep is: Nederland (n=678), Vietnam(n=63), Eritrea (n=61), Guinee (n=52) en Afghanistan (n=41). NRC schrijft dat de 1600 verdwenen kinderen onder meer afkomstig zijn uit ‘Marokko (325), Algerije (190), Afghanistan (167), Syrië (114) en Eritrea (114)’.

Wat doet de overheid om te voorkomen dat kinderen verdwijnen?
Kinderen die het slachtoffer zijn van mensenhandel of eerwraak of ‘waarbij op voorhand een reëel vermoeden van voortijdig vertrek is en/of sprake is van een verdachte situatie’ worden geplaatst in de beschermde opvang van het COA. Dit vermoeden kan gebaseerd zijn op informatie van de Afdeling Vreemdelingen Identificatie Mensenhandel (AVIM) of de IND (zie Inspectierapport, p. 5). In de beschermde opvang is er extra toezicht en (24/7) begeleiding. Ook wordt de politie geïnformeerd ‘over eventuele extra risico’s’. De beschermde opvang is in 2008 gestart als een pilot en in 2010 structureel onderdeel geworden van het opvangsysteem voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen. Deze vorm van opvang is geïntroduceerd vanwege verdwijningen van met name Indiase jongens en Nigeriaanse meisjes in 2005-2006. Gemiddeld wonen de kinderen drie maanden in de beschermde opvang. Het is de bedoeling dat kinderen in die periode vaardigheden leren waardoor zij voldoende zelfstandig en weerbaar zijn om in een andere vorm van opvang te verblijven (zie Inspectierapport, p. 5).   

Hoe kan het dat kinderen uit de opvang verdwijnen?
Ondanks de invoering van de beschermde opvang bleven de zorgen om verdwijningen van alleenstaande minderjarigen bestaan. Ook uit de eerder genoemde cijfers blijkt dat er nog steeds kinderen verdwijnen. Hoe kan dat?

In de eerste plaats blijkt uit een recent rapport van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en de Inspectie Justitie en Veiligheid dat er door het COA en Nidos onvoldoende in kaart wordt gebracht welke risico’s er bij de kinderen spelen. Er wordt volgens de Inspecties vooral gereageerd op signalen dat er risico’s bestaan en ‘een instrument om systematisch veiligheidsrisico’s in te schatten ontbreekt’. Ook wordt er onvoldoende actie ondernomen wanneer er een veiligheidsrisico is onderkend. De Inspecties hebben Nidos en het COA opgedragen verbetermaatregelen te treffen.   

Daarnaast is de beschermde opvang geen gevangenis. Dat betekent dat kinderen vaak toch kunnen weggaan als zij dat echt willen. Uit interne emails van jeugds instellingen blijkt dat kinderen ’s-nachts ruiten inslaan, ramen demonteren of listen verzinnen om naar buiten te komen. Soms krijgen zij daarbij hulp van buitenaf. De medewerkers kunnen kinderen proberen te overtuigen niet weg te lopen, als zij het vermoeden hebben dat zij daartoe plannen hebben. Als kinderen toch verdwijnen, wordt de politie geïnformeerd omdat het kind aan het gezag is onttrokken. Als het niet lukt het kind op te sporen, doet Nidos aangifte van vermissing.

Waarom worden alleenstaande minderjarigen die risico lopen het slachtoffer te worden niet opgesloten? Vrijheidsontneming is een zeer zware maatregel, die zeker bij kinderen alleen als uiterste middel mag worden gebruikt (zie bijvoorbeeld artikel 37 van het Kinderrechtenverdrag). In de beginperiode van de beschermde opvang was volgens onderzoekers en NGO’s sprake van vrijheidsontneming. De Minister voor Immigratie en Asiel heeft toen besloten de beschermde opvang ‘meer kenmerken van vrijheidsbeperking dan van vrijheidsbeneming’ te geven. Nidos kan wel in individuele gevallen, waarin het risico op verdwijning groot is, de rechter vragen om een machtiging het kind in de gesloten jeugdzorg te plaatsen (zie deze brief aan de Tweede Kamer).

Hoe nu verder?
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid kondigde in december 2018 aan dat het COA en Nidos begin 2019 een plan van aanpak gaan opstellen, waarin in het bijzonder aandacht zal zijn voor de aanbevelingen die de inspecties maken op het thema veiligheid.