Verkiezingen 2021: Integratie

4184

Verblijfblog besprak voorafgaand aan de verkiezingen van 2021 de integratie- en migratieparagrafen van de verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen in de Tweede Kamer. Plannen worden per thema vergeleken met eerdere programma’s, waarbij wordt voortgeborduurd op het verkiezingsdossier uit 2017 waarin programma’s sinds 2006 werden vergeleken. Het tweede thema is integratie.

Door Nina Fokkink

Integratiebeleid staat al jaren hoog op de politieke agenda, en ook in de nieuwe verkiezingsprogramma’s speelt het onderwerp een belangrijke rol. In de verkiezingsprogramma’s zijn een aantal verschillende thema’s te onderscheiden: inburgering, normen en waarden, en de mogelijkheid om te werken. Terzake van het onderwerp inburgering is discussie over wie verantwoordelijk is voor de inburgering, hoe het moet worden geregeld en wat de inhoud moet zijn van de inburgeringscursus.

Nieuwe wet inburgering
De nieuwe Wet inburgering 2021, zal op 1 januari 2022 inwerkingtreden en het is duidelijk dat veel partijen in hun verkiezingsprogramma hiermee rekening hebben gehouden. Op dit moment is de inburgeraar zelf verantwoordelijk voor zijn of haar inburgering. Dit houdt in dat de cursussen zelf worden bekostigd via een lening van DUO die wordt kwijtgescholden na het behalen van de cursus binnen drie jaar. Dit leidt tot verschillende problemen, onder andere omdat er een commerciële markt is ontstaan waarbij private taalscholen inburgeraars proberen te lokken met cadeaus, terwijl de kwaliteit van de aangeboden cursus niet altijd is gegarandeerd. De nieuwe wet beoogt hier verandering in te brengen. Onder de nieuwe wet worden de gemeenten weer verantwoordelijk voor het regelen van de inburgering. Ook zullen de gemeenten voor de inburgeringscursussen betalen. Dit geldt niet voor gezinsmigranten, omdat zij volgens de wetgever een weloverwogen keuze hebben gemaakt om naar Nederland te komen en het inburgeringsexamen over het algemeen in het buitenland hebben afgelegd. Die moeten zelf hun taallessen en examens bekostigen, waar nodig met een lening van DUO. Verder zal inburgering meer in de praktijk plaatsvinden, doordat het inburgeringsonderwijs zal worden aangevuld met (vrijwilligers)werk of een stage. In de inburgeringslessen zal voor jonge inburgeraars ook ruimte worden gemaakt voor stof die het makkelijker maakt om door te stromen naar vervolgonderwijs, zoals de middelbare school.

Enkel de SGP vindt dat inburgering onder de eigen verantwoordelijkheid van de inburgeraar moet blijven. Alle andere partijen streven naar ten minste een gedeelde verantwoordelijkheid voor de inburgering van inburgeraar en overheid. ChristenUnie steunt de nieuwe inburgeringswet expliciet in het verkiezingsprogramma. In tegenstelling tot voorgaande verkiezingsjaren besteden nog maar weinig partijen aandacht aan de vraag of inburgeringscursussen door gemeentes geregeld moeten worden of niet. Alleen de partijen GroenLinks en DENK benadrukken dat er geen marktwerking mag zijn in het taal- en inburgeringsonderwijs. Verder is het duidelijk dat partijen het nieuwe inburgeringstraject willen behoeden voor fouten uit het verleden. Zo stellen D66 en Groenlinks voor dat de Inspectie van het Onderwijs inburgeringsonderwijs controleert en wil PvdA dat taallessen alleen door gecertificeerde taalbureaus worden gegeven. ChristenUnie wil graag een ‘[s]chone lei voor inburgeraars’ door DUO schulden van (oud-)inburgeraars van 2000 euro of meer kwijt te laten schelden.

Net zoals in de voorgaande jaren gebruiken de partijen verschillende termen voor de doelgroep die onder de inburgeringsplicht valt, waardoor het in de verkiezingsprogramma’s soms onduidelijk is wie precies inburgeringplichtig zijn. Zo wordt er gesproken over ‘nieuwkomers’ (CDA, ChristenUnie, D66, PvdA, VVD, DENK), ‘asielzoekers’ (ChristenUnie, PvdA, PvdD), ‘vluchtelingen’ (PvdD, SGP, VVD), ‘statushouders’ (SP en VVD), ‘mensen’ (GL), en ‘(im)migrant’ (SP, ChristenUnie, SGP, VVD, FvD, DENK).

Over het doel van inburgering zijn alle partijen het eens: de inburgeringsplichtige de mogelijkheid verschaffen om mee te kunnen draaien in de Nederlandse samenleving. De voorgestelde maatregelen lopen echter zeer uiteen, waarbij veel van de onderlinge verschillen zien op de inhoud van de inburgeringscursus. Zo vindt de SGP dat de Nederlandse geschiedenis uitvoerig moet worden besproken, terwijl de PvdD, ChristenUnie en PvdA vinden dat er meer aandacht moet komen voor opgelopen trauma’s en toegang tot psychische hulp.

Disclaimer
In de tabel hieronder staat een overzicht van alle voorstellen, met daaronder een gedetailleerde bespreking van de verschillen. Opvallend is het detailniveau van de verschillende voorgestelde maatregelen in de verschillende partijprogramma’s. In de onderstaande tabel hebben we de voorstellen voor de duidelijkheid geclusterd, ook als ze inhoudelijk net een ander accent leggen, of op een andere (deel)groep van toepassing zijn. Deze wijze van bespreking heeft soms tot gevolg dat een partij zowel bij het standpunt voor als het standpunt tegen in de tabel staat, dit valt te verklaren doordat de partij gedeeltelijk voor het ene standpunt is en gedeeltelijk voor het andere (bijv. PvdA in 2017 kosten inburgering eigen rekening, behalve voor vluchtelingen). In de gedetailleerde bespreking worden deze tegenstellingen benoemd. Daarbij moet worden opgemerkt dat in het vorige Verblijfblog over integratie in de verkiezingsprogramma’s van 2017 de voorstellen van DENK en Forum voor Democratie niet zijn meegenomen. Dit jaar hebben we alle dertien programma’s onderzocht van de partijen die op dit moment zetels hebben in de Tweede Kamer en die als zodanig beogen daarin terug te keren (50+, CDA, CU, D66, DENK, FvD, GL, PvdA, PvdD, PVV, SGP, SP, VVD).

2006 2010 2012 2017 2021
Inburgering
Eigen verantwoordelijkheid VVD VVD VVD, CDA SGP
Gedeelde verantwoordelijkheid PvdD PvdA, D66, PvdA VVD
Cursusaanbod door gemeenten GL, SP GL, SP CU
Einde marktwerking inburgering GL, DENK
Inburgeren vrijwillig DENK
Kosten inburgering voor eigen rekening VVD, CU, PVV VVD, PvdA, CU VVD, PvdA, SGP
Inburgeringscursussen gratis SP SP GL, SP PvdA, GL, SP GL, DENK, CU
Niet voldoen aan inburgeringsplicht financiële, verblijfsrechtelijke of sociale consequenties VVD, CDA VVD, CDA VVD, CDA, D66

 

FvD, VVD
Niet voldoen aan inburgeringsplicht alleen financiele consequenties SP GL GL, D66
Tweede en derde generaties ook verplichten te integreren, indien nodig CDA, VVD
Normen en Waarden
Meer aandacht voor de Nederlandse vrijheden, grondrechten e/o geschiedenis PvdA, CU PvdA, GL, CU, D66 VVD, PvdA, GL, CU, D66 SP, CU, D66 PvdA, SGP, VVD
Algeheel verbod op gezichtsbedekkende kleding PVV PVV VVD, PVV VVD SGP
Voor (gedeeltelijke) boerkaverbod PVV CU, PVV PvdA, CU, PVV SGP
Hoofddoekjesverbod PVV
Geen boerkaverbod GL GL GL, D66
Geen dubbele nationaliteit CU PVV PVV
Wel dubbele nationaliteit PvdA PvdA, CU PvdA, CU, CDA, GL
Verklaring tekenen 50plus, CU VVD
Werk
(vrijwilligers)werk toegankelijker CU CU, GL PvdA, CU PvdA, D66, CU, PvdA, GL GL, D66, PvdA, PvdD, VVD
Bij plaatsing asielzoekers rekening met kans op opleiding/werk D66
Erkenning buitenlandse diploma’s/werkervaring GL, PvdA

 

Inburgering

Organisatie
Alleen de SGP vindt dat inburgering hoofdzakelijk de verantwoordelijkheid is van de inburgeringsplichtige en vindt dat het oude systeem moet worden behouden. ChristenUnie, D66 en PvdA benadrukken daarentegen dat de gemeente verantwoordelijk moet zijn. Uit het stilzwijgen van de andere partijen ten aanzien van dit specifieke onderwerp zou kunnen worden afgeleid dat zij ( tot op zekere hoogte) instemmen met de nieuwe wetgeving waarin de gemeente weer verantwoordelijk wordt voor de inburgering. Zo is de VVD expliciet in het verkiezingsprogramma van 2021 van het standpunt afgestapt dat de inburgeraar zelf verantwoordelijk is, terwijl de VVD dit in de verkiezingsprogramma’s uit 2010, 2014 en 2017 juist expliciet eigen verantwoordelijkheid voorstond.

Verder stellen veel partijen voor dat inburgering zo snel mogelijk moet gebeuren, indien mogelijk al vanaf de eerste dag dat de inburgeringsplichtige in Nederland is (CDA, ChristenUnie, DENK, GL, PvdD, PvdD). Zo spreken PvdA, GroenLinks, PvdD specifiek over taalles op azc’s. GroenLinks en PvdD vinden dat er een facultatief cursusaanbod moet worden ingevoerd op azc’s.

DENK is de enige partij die wil dat inburgering op vrijwillige basis geschiedt, de VVD benadrukt daarentegen in het verkiezingsprogramma het verplichte karakter van de inburgering. D66 bewandelt een middenweg door aan te dragen dat inburgeraars ‘medezeggenschap krijgen over lokaal beleid en uitvoering van de inburgeringswet in gemeenten’.

Uitbreiding inburgeringsplicht
Diverse partijen vinden dat de inburgeringsplicht moet worden uitgebreid. CDA vindt dat ook tweede en derde generatie migranten, voor zover die door achterstanden of taalproblemen nog onvoldoende meekomen in de samenleving, ook moeten inburgeren: ‘[o]ok voor hen is integratie en burgerschap essentieel om een toekomst op te bouwen in ons land.’ ChristenUnie wil dat arbeidsmigranten die langer dan zes maanden in Nederland verblijven verplicht taallessen volgen. VVD vindt dat ‘mensen die voorheen niet hoefden in te burgeren aan hun integratie moeten werken, zoals mensen met een Turkse achtergrond.’ DENK is tegen het uitbreiden van de doelgroep die verplicht moet inburgeren en zegt expliciet dat ‘Turkse staatsburgers’ niet onder de inburgeringsplicht vallen. Wel betoogt DENK dat de inburgering gratis moet zijn voor individuen die vrijwillig willen inburgeren.

Inburgering en sociale voorzieningen
Verschillende partijen (VVD, FvD, CU) stellen voor om sociale voorzieningen afhankelijk te stellen van (succesvolle) inburgering. ChristenUnie wil dat alle asielzoekers de eerste zes maanden van de inburgeringscursus worden ‘ontzorgd’. De gemeente organiseert dan leefgeld en andere voorzieningen voor de inburgeraars. VVD vindt dat tijdens de inburgering, statushouders alleen op integratielocaties mogen wonen: ‘Bijstand in natura zolang nieuwkomers op de integratielocaties wonen. Een statushouder ontvangt alleen leefgeld voor voedsel en kleding, komt niet in aanmerking voor aanvullende toeslagen en volgt een studie of doet vrijwilligerswerk’. Forum voor Democratie geeft niet expliciet aan of sociale rechten afhankelijk dienen te zijn van succesvolle inburgering, maar impliceert dit wel: ‘sociale rechten zijn geen kadootje voor wie binnenkomt, maar worden stap-voor-stap opgebouwd. Door bij te dragen, te werken en te integreren. Door duurzaam onderdeel te zijn van Nederland, kan men deze rechten verwerven’.

Inhoud van de Inburgeringscursus

Nederlandse waarden en burgerschap
Een aantal partijen schrijft expliciet dat de inburgeringscursus de nadruk moet leggen op Nederlandse normen en waarden (VVD, FvD, SGP, SP, PvdA, CU). Wat hieronder precies wordt verstaan, verschilt. SP vindt dat er extra begeleiding moet komen voor inburgeraars die ver afstaan van de Nederlandse samenleving, om ‘eerwraak en genitale verminking’ te voorkomen. Verder moet nadruk worden gelegd op de rechten en plichten die voortvloeien uit de Nederlandse grondwet. De VVD wilt dat er meer aandacht wordt besteed aan ‘zelfbeschikking, de gelijkwaardigheid van man en vrouw, LHBTI-rechten, antisemitisme en vrijheid van godsdienst’. Verder eist VVD dat inburgeraars een verklaring ondertekenen waarin zij beloven ‘mensenrechten te eerbiedigen’ om zo afstand te nemen ‘van onderdrukking, huwelijksdwang en geweld binnen een relatie’. De SGP eist dat tijdens de inburgeringscursus expliciet stil wordt gestaan bij de Tweede Wereldoorlog zodat ‘nieuwkomers weten van het lot dat de Nederlandse Joden in de Tweede Wereldoorlog is overkomen’. DENK vindt daarentegen dat er een verschuiving moet plaatsvinden van integratie naar ‘wederzijdse acceptatie’. Tijdens het inburgeringstraject moet dan ook meer ruimte worden gemaakt voor de cultuur van de inburgeraar.

ChristenUnie wil dat de inburgeringscursus ook aandacht besteedt aan burgerschap. Zo kunnen inburgeraars op den duur goed deelnemen in de democratische samenleving en ‘haar kernwaarden goed verinnerlijken’. PvdA gaat uit van: ‘[a]ctief burgerschap bij nieuwkomers’ en stelt verder: ‘Van nieuwkomers verwachten we wat we van elke Nederlander verwachten: dat je je best doet, dat je je gedraagt en dat je opkomt voor de vrijheden en grondrechten van een ander.’ Of de PvdA burgerschap als deel beschouwd van het inburgeringsonderwijs is onduidelijk.

Behalve dat Nederlandse normen en waarden voor veel partijen een belangrijke rol vervullen in het inburgeringstraject, gelden normen en waarden ook als een breder verkiezingsthema. De SGP stelt expliciet dat het boerkaverbod moet worden gehandhaafd en PVV heeft het over een hoofddoekjesverbod. DENK is de enige politieke partij die schrijft dat het boerkaverbod moet worden afgeschaft.

Gevolgen niet halen inburgeringsexamen en maatwerk
Er zijn verschillende opvattingen over de mogelijkheid tot maatwerk in het inburgeringsonderwijs. Forum voor Democratie schrijft: ‘[w]aar integratie niet lukt, is remigratie de oplossing’. De VVD vindt dat alle inburgeraars een taalniveau van B1 moeten behalen om in aanmerking te komen voor bijstand. Dit voorstel geldt ook voor ‘uitkeringsgerechtigden die onvoldoende ingeburgerd zijn – bijvoorbeeld doordat ze in het verleden geen inburgeringsplicht hadden.’ Alle andere partijen zijn minder duidelijk over het te behalen taalniveau. Zo spreken CDA, D66, GroenLinks en PvdA slechts over ‘het leren van de taal’. Bovendien stellen D66, GroenLinks, SP en PvdA dat de inburgeringscursus afgestemd moet zijn op het individu. Zo wil D66 dat voor ‘iedere nieuwkomer een persoonlijk inburgeringsplan wordt opgesteld’. Verder vindt D66 ook dat inburgeraars die het taalniveau niet halen extra aandacht en begeleiding moeten krijgen. PvdA en GroenLinks stellen voor dat er taallessen op maat moeten zijn. SGP vindt dat: ‘[d]e gemeente zorgt voor begeleiding van inburgeraars die extra ondersteuning nodig hebben’.

ChristenUnie, PvdD en PvdA benadrukken dat er meer aandacht moet komen voor persoonlijke trauma’s van vluchtelingen tijdens het inburgeringsonderwijs, door bijvoorbeeld snel psychologische hulp te bieden. PvdA vindt dat het inburgeringsonderwijs voor jonge inburgeraars moet aansluiten op regulier onderwijs, zodat zij makkelijker kunnen doorstromen. SGP en CDA willen dat elke inburgeraar wordt gekoppeld aan een vrijwilliger (maatje) om de inburgering te bevorderen. Zo oppert SGP dat via stichting Gave, een christelijke NGO, ‘maatjes’ aan inburgeraars worden gekoppeld. CDA wil ‘via vrijwilligersnetwerken en jongeren die hun nationale diensttijd vervullen, nieuwkomers [koppelen] aan een ‘maatje’ om hen kennis te laten maken met de Nederlandse samenleving’. D66 wil dat Nederlanders, waaronder eerdere generaties nieuwkomers, meer ruimte krijgen om bij te dragen aan snelle integratie: maatschappelijke initiatieven hiertoe worden meer ondersteund.

Inburgering en werk
Verschillende partijen vinden dat er meer mogelijkheden moeten zijn voor inburgeraars om snel aan het werk te gaan. Zo willen GroenLinks en PvdA dat buitenlandse diploma’s ‘beter’ en ‘sneller’ worden erkend, zodat nieuwe Nederlanders makkelijker in Nederland kunnen doorstuderen of werken.

Verder vinden GroenLinks, PvdA, D66, PvdD, VVD dat er meer mogelijkheid moet komen voor (vrijwilligers)werk tijdens het inburgeringstraject. PvdA wil dat er, door middel van samenwerking met bedrijven, werkplekken vrij moeten komen voor inburgeraars. D66 vindt dat tijdens de plaatsing van asielzoekers rekening moet worden gehouden met hun achtergrond, zoals studiewensen, zodat zij tijdens hun inburgering gelijk daarmee aan de slag kunnen. Verder wil D66 dat gemeenten sponsorprogramma’s organiseren bij werkgevers of sectoren die nieuwkomers kansen bieden op leren en werken bij een werkgever als onderdeel van hun inburgering. PvdD stelt iets vergelijkbaars voor: ‘projecten waarbij vluchtelingen met een bepaalde beroepsachtergrond worden gekoppeld aan potentiële lokale werkgevers. Hier zorgen we voor voldoende begeleiding zodat dit leidt tot betere integratie en wederzijds begrip in de wijk’.