Verkiezingen 2023: Gezinshereniging

2762

Verblijfblog bespreekt net als in 2021 en 2017 de migratie- en integratieparagrafen van de verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen in de Tweede Kamer. In de verkiezingsdossiers zijn de programma’s sinds 2006 met elkaar vergeleken. In dit derde blog van deze nieuwe serie over de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023 staat het thema gezinshereniging centraal.

Door Nadia Ismaïli

Hoewel Rutte IV is gevallen over plannen om gezinshereniging van bepaalde vluchtelingen (nareis) te beperken, komt het thema gezinshereniging in veruit de meeste verkiezingsprogramma’s amper terug. In algemene termen wordt in verschillende programma’s wel gesproken over onderwerpen die onvermijdelijk ook gevolgen hebben voor gezinshereniging.

Zoals in eerdere verkiezingsblogs vermeld, is de vrijheid van lidstaten om regelgeving over gezinsmigratie aan te passen beperkt. De regels voor gezinshereniging izijn n het Unierecht bindend vastgelegd, met name in de Gezinsherenigingsrichtlijn. Veel thema’s met betrekking tot eisen die gesteld mogen worden bij gezinshereniging zijn beslecht door het Hof van Justitie van de Europese Unie en door de nationale rechter. Dit laat partijen weinig ruimte voor het doen van nieuwe voorstellen. De verkiezingsprogramma’s laten zien dat er verschillend wordt gedacht over de beperkte ruimte die Nederland in dit kader heeft.

Zo wil de PVV een bindend referendum over Nexit, en ook de FvD wil een intelligente uittreding uit de Europese Unie. Daarnaast wil de FvD ook het lidmaatschap bij onder andere het VN-Vluchtelingenverdrag en Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens herzien. Het idee is om het daarmee weer mogelijk te maken nationale regelgeving vast te stellen om migratie, waaronder ook gezinshereniging, verder te beperken. De VVD wil niet uit de EU, maar wil bij een volgende – onbevredigende – herziening van de huidige EU Verdragen wel een opt-out-clausule voor afspraken op gebied van asiel en migratie. Ook de PVV, BBB en SGP willen dat Nederland binnen de EU, bij het herzien van Europese verdragen en regels een opt-out op het gebied van migratiebeleid bedingt. Een opt-out is voor Nederland in de praktijk moeilijk te realiseren. Het moment om een opt-out te bedingen is namelijk het moment dat een staat lid wordt van de EU of als er een geheel nieuw verdrag getekend wordt. Van beide situaties is op dit moment geen sprake: Nederland doet volledig mee met al het bestaande EU-beleid en heeft nergens opt-outs bedongen.

Daarnaast moet niet-westerse immigratie volgens de PVV worden beperkt, al blijkt uit het programma zelf niet hoe. Waar de PVV en de FvD voor een algehele asielstop zijn, zien de BBB en SGP liever een asielquotum. Zowel een asielstop als asielquotum hebben gevolgen voor de hoeveelheid nareisaanvragen die ingediend kunnen worden. Het NSC wil sturen op een migratiesaldo van 50.000, dat zowel arbeid-, studie-, asiel- en gezinsmigratie omvat.

Op een andere lijn zitten CU, Volt en GL-PvdA. De CU wil namelijk juist niet dat Nederland een stap terug doet bij harmonisatie van het asielbeleid in de EU. Volt wil zelfs een versterking van de EU, waarbij expliciet wordt gestreefd naar een Unierechtelijk asiel- en migratiebeleid. Wat GL-PvdA betreft worden, als het niet lukt om overeenstemming te bereiken in Europa over een asielbeleid, afspraken gemaakt met een ‘coalition of the willing’. Hier wordt wederom echter geen rechtstreekse verwijzing naar gezinshereniging gemaakt.

Disclaimer
In deze serie over de komende Tweede Kamerverkiezingen is om praktische redenen besloten om alleen Kamerfracties met minimaal twee zetels te onderzoeken. Daarnaast worden GL-PvdA en NSC gelet op de hoge zetelpeilingen ook meegenomen. Dat betekent dat de verkiezingsprogramma’s van veertien partijen onder de loep zullen worden genomen. Op DENK na zijn op het moment van schrijven van dit blog alle conceptverkiezingsprogramma’s bekendgemaakt. Daarnaast heeft NSC tot op heden alleen een basisdocument met initiatieven ‘als startpunt van de partij’ gepubliceerd. De volgende partijen maken dus onderdeel uit van deze serie: VVD, D66, PVV, CDA, SP, PvdD, CU, FvD, BBB, SGP, DENK, Volt, GL-PvdA en NSC.

Overzicht van de plannen
Onderstaande tabel bevat een overzicht van alle plannen met betrekking tot gezinsmigratie van de partijen sinds 2010. Een overzicht sinds 2006 vindt u hier. Daarbij moet worden aangetekend dat in het eerdere Verblijfblogonderzoek over de verkiezingen van 2010 tot en met 2017 niet alle partijen zijn meegenomen, maar we ons beperkten tot CDA, D66, GroenLinks, PvdA, PVV, VVD en SP. Onder de tabel wordt een aantal plannen in detail besproken en met elkaar vergeleken.

Plan 2010 2012 2017 2021 2023
                                                                                        Gezinshereniging  
Regels versoepelen D66, CU GroenLinks GroenLinks SP
Regels aanscherpen VVD, PVV VVD, SGP, PVV, FvD VVD, PVV, CDA, NSC
Regels in lijn met internationaal recht D66, CU, GL-PvdA, NSC
                                                                                            Inburgering  
Inburgering in het buitenland aanscherpen CDA, VVD CDA, VVD VVD VVD
Inburgering in het buitenland afschaffen SP, GroenLinks
Gezinsleden inburgeren in Nederland DENK, CU, VVD VVD, CU
Eisen aan migrant  
Inkomenseis 100% minimumloon PvdA
Inkomenseis omhoog VVD VVD VVD
Inkomenseis omlaag GroenLinks
Leeftijdsgrens behouden PvdA
Leeftijdsgrens omhoog VVD
Leeftijdsgrens omlaag GroenLinks
Overige eisen aan migrant VVD, NSC
                                                                                             Vergunning  
Beperkingen aan hoogte leges GroenLinks, CU D66 GroenLinks
Termijn zelfstandige vergunning gezinslid omhoog VVD
Termijn zelfstandige vergunning gezinslid omlaag GroenLinks GroenLinks
Overige eisen aan vergunning invoeren CDA, VVD VVD, SGP VVD

 

Plannen voor gezinshereniging
De concrete voorstellen in de programma’s die worden gedaan, raken met name aan de plannen die hebben geleid tot de val van het kabinet. De VVD wil een zogenaamd tweestatusstelsel, wat neerkomt op een onderscheid tussen personen die vluchten vanwege persoonlijke vervolging en zij die vluchten vanwege oorlog en geweld (de subsidiair beschermden). Voor met name deze laatste groep wil de VVD dan alle beperkingen ten aanzien van gezinshereniging die binnen EU-richtlijnen mogelijk zijn invoeren, zo noemt de VVD een wachttijd voordat gezinsleden kunnen overkomen, het stellen van eisen aan woonruimte, inkomsten, ziektekosten en inburgering en een maximum voor het aantal nareizigers per maand. Ook wil de VVD de groep nareizigers die hierheen kan komen beperken door het kerngezin beter af te bakenen. NSC wil ook dat aan gezinshereniging voor de groep subsidiair beschermden – in de periode dat zij een bepaalde tijd vergunning hebben – voorwaarden moeten worden gesteld. Welke voorwaarden dat zijn worden niet besproken.

Deze plannen komen ook terug in het programma van het CDA en het NSC, die net als de VVD voorstander zijn van het invoeren van een tweestatusstelsel. Daarbij moet wat betreft het CDA de verantwoordelijkheid om gezinshereniging mogelijk te maken in lijn gebracht worden met de Europese verplichting dat nareizen alleen mogelijk is voor het kerngezin, minderjarige kinderen en meerderjarige kinderen wanneer medische redenen voor deze laatstgenoemde groep daar aanleiding toe geven. Wat betreft het NSC is nareis ook alleen mogelijk voor het kerngezin. Daarnaast wil het NSC een aanscherping van het jongvolwassenenbeleid. Op grond van dit beleid komen jongvolwassenen (18 – 25 jaar) nog steeds voor gezinshereniging met ouders in aanmerking, zolang zij altijd feitelijk deel uit hebben gemaakt van het gezin van de ouders en nog steeds deel uitmaken van het gezin van de ouders. NSC wil aan jongvolwassenen reëlere eisen stellen en de bewijslast omdraaien. Het is dan aan de de jongvolwassene te bewijzen dat hij/zij nog onderdeel is van het gezin. Ook SGP wil dat de Nederlandse nareisvoorwaarden niet langer soepeler zijn dan die in omringende landen en wil dat misbruik wordt tegengegaan door nareis alleen toe te passen voor het kerngezin. Wat dit misbruik dat moet worden tegengegaan precies behelst, wordt op basis van het programma niet duidelijk.

NSC wil tot slot ook iets doen aan de toename van alleenreizende minderjarigen. Als een alleenstaande minderjarige in Nederland verblijf krijgt, kan wat NSC betreft deze minderjarige niet meer vanuit Nederland een aanvraag voor nareizende gezinsleden indienen, deze aanvraag moet door het betreffende gezinslid in het land van herkomst of verblijf worden ingediend. NSC wil zo voorkomen dat deze minderjarigen met behulp van smokkelaars vooruit worden gestuurd om als anker voor nareizende gezinsleden te dienen. NSC benoemt wel dat het recht op familie- en gezinsleven voor deze partij zwaar weegt en noemt dat daarom binnen de kaders van het recht naar grip op migratie moet worden gekeken.

D66 neemt in het programma juist expliciet afstand van het tweestatusstelsel en stelt dat voor alle vluchtelingen hetzelfde recht op gezinshereniging zoals vastgesteld in de Europese gezinsherenigingsrichtlijn moet gelden. Ditzelfde vindt ook de CU, zij willen het tweestatusstelsel niet opnieuw invoeren. CU noemt daarbij dat vrijwel alle andere lidstaten het systeem kennen dat een vluchtelingenstatus dezelfde rechten – waaronder ook het recht op gezinshereniging – oplevert als een subsidiaire beschermingsstatus. CU benadrukt in het programma het belang van gezinsleven en vindt niet dat maatregelen mogen worden genomen die kinderen onnodig scheiden van ouders. Daarnaast mag volgens de CU geen sprake zijn van inperking van het recht op familieleven, met het doel om vluchtelingen af te schrikken of te straffen voor hun aanwezigheid in Nederland. Ook GL-PvdA benoemt dat zij staan voor het recht op gezinsleven en dat het uit elkaar scheuren van gezinnen iets is dat zij simpelweg niet gaan doen. GL-PvdA stelt niet mee te werken aan het scheiden van kinderen en ouders uit oorlogsgebieden. Daarmee pleitten D66, CU en GL-PvdA dus voor gezinsherenigingsbeleid in lijn met bestaande internationaal recht. SP komt als enige partij met een voorstel voor versoepelen van de regels. Waar sommige partijen gezinsmigratie willen beperken tot het kerngezin, wil SP juist dat ook niet-traditionele vormen van familie, zoals queer families en banden buiten het ‘kerngezin’, in aanmerking komen voor hereniging.

Inburgering van gezinsmigranten
Waar in de verkiezingsprogramma’s van 2021 nog wel enige aandacht werd besteed aan de inburgering van specifiek gezinsmigranten, wordt over inburgering nu vrijwel uitsluitend in algemene termen gesproken. Zo wil de VVD, zoals bovengenoemd, kijken naar mogelijkheden om inburgeringseisen strenger te maken, over de inhoud van die eisen wordt in dit programma nog niets uitgewerkt. Daarnaast wil de VVD dat iedere gemeente erop toeziet dat jonge kinderen van inburgeraars standaard naar voor- en vroegschoolse educatie gaan om mogelijke onderwijs- en taalachterstanden te voorkomen en om jonge nieuwkomers een goede start te geven in onze samenleving. CDA en SP noemen ook slechts in algemene zin het belang van inburgering voor migranten. Zo stelt de SP dat migranten zo snel mogelijk goed onderwijs door de overheid krijgen geboden. Daarbij moet wat de SP betreft aandacht zijn voor taal, werk en ook voor de grondwettelijke rechten en plichten die Nederland kent. Wat GL-PvdA betreft verdienen kinderen die niet in Nederland zijn geboren, maar later naar ons land zijn gekomen met hun ouders, goede kansen wat betreft onderwijs en wijzen op het belang van nieuwkomersonderwijs waar zij Nederlands kunnen leren. Alleen het CU noemt inburgering expliciet in de context van gezinshereniging en wil dat de nareizende partner en gezinsleden onder regie van de gemeente worden begeleid bij hun inburgering. Het gaat daarbij niet alleen om het leren van de taal, maar ook om het leren kennen en respecteren van Nederlandse waarden.

Eisen aan migrant en vergunning
Voor wat betreft eisen die worden gesteld aan de referent, ofwel degene die in Nederland is en verzoekt om gezinshereniging, is er, net zoals in 2017 en 2021, door geen enkele partij een concreet voorstel gedaan. Alleen de VVD noemt dat het wil kijken hoe eisen die worden gesteld aan de migrant strenger kunnen worden gemaakt na invoering van het tweestatusstelsel en noemt daarbij inkomen, woonruimte en zorgkosten. De nadere invulling van die eisen worden in het programma nog niet besproken. NSC noemt het stellen van voorwaarden na invoering van het tweestatusstelsel, maar geeft geen nadere informatie over deze voorwaarden. Ook over de eisen voor het verkrijgen van een vergunning wordt, naast het invoeren van een wachttermijn en een maximumaantal (in de vorm van een migratiesaldo, een -stop dan wel -quotum) in de verkiezingsprogramma’s van 2023 niets gezegd.

Dit bericht is op 27 oktober aangevuld op basis van het programma van NSC.